Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Want [49]wie heeft in des HEEREN raad gestaan, en Zijn woord [50]gezien of gehoord? Wie heeft Zijn woord aangemerkt en gehoord? 49. Anders dan wij, willen zij zeggen; vergelijk vs.22. Of, zij willen zeggen dat niemand Gods verborgen raad kan weten, en derhalve ook Jeremia niet; spottende alzo goddelooslijk met de getrouwe waarschuwingen, die God door zijne profeten hun deed. Sommigen verstaan hier de vergadering der heilige engelen, met wie God gezegd wordt als te beraadslagen, zie 1 Kon.22:19, enz. 50. Dat is, vernomen; of wien is het door profetische gezichten geopenbaard? Vergelijk Amos 1:1; Micha 1:1.